Bruce V. Malchow, "A Manual for Future Monarchs" in The Catholic Biblical Quarterly Vol. 47, No. 2 (April, 1985), p. 238-245, https://www.jstor.org/stable/43719220
Ricardo Tavares, Eine königliche Weisheitslehre?: Exegetische Analyse von Sprüche 28–29und Vergleich mit den ägyptischen Lehren Merikaras und Amenemhats, Zurich Open Repository and Archive (2007), https://doi.org/10.5167/uzh-143062
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die [57]zich haast naar goed, is [58]een man van een boos oog; maar hij weet niet, [59]dat het gebrek hem overkomen zal. 57. Versta ene verhaasting, die met grote beroering en bekommering des geestes verenigd is; gelijk ook het Hebreeuwse woord door beroerd worden overgezet wordt; 2 Sam.4:1, in de aantekening; Job 4:5, en Job 21:6, en Job 23:15. 58. Dat is, die een boos oog heeft. Versta, een nijdig, stuurs en gierig mens; zie Deut.15:9, en boven hfdst.23 vs.6. 59. Te weten zowel van God, dien hij vergramt door zijne gierigheid en wreedheid, als van de mensen, die hij daarmede beschadigt.